San Pedro en de zoutvlakte van Uyuni
Aangekomen in San Pedro de Atacama was het tijd om eerst het hostel te vinden. De straatnamen waren onduidelijk en ik dacht dat deze oase in de Atacama woestijn uit maar een straat bestond. Ondanks dat het winter is, wordt het overdag toch nog behoorlijk warm als de zon schijnt. Ik kwam dus natbezweet aan bij het hostel, waar de frisse douche gelukkig op mij wachtte. In het hostel boekte ik een tour naar de Valle de Luna. Na een korte rit arriveerde het busje al in een marslandschap met vanzelfsprekend rode gesteenten en hoge zandduinen. Tijdens de zonsondergang waren we in de Valle de Muerte. De rotspunten staken verschrikkelijk uit in het dal. Als je dan toeristen ziet balanceren op het randje van de afgrond om nog net die iets spectaculairdere foto te maken, dan kan de naam van deze vallei een dubbele betekenis krijgen.
De volgende dag heb ik lekker uitgeslapen en heb voor die middag een tour naar warmwaterbronnen geboekt. Na een ‘kleine’ lunch ben ik naar het vertrek punt gegaan, waar ik in gesprek kwam met Giselle uit Sao Paulo. Op 3500m in de winter lagen we toen een paar uur in heerlijk water. Om weer terug te gaan moesten we eerst nog een flinke helling oplopen. Normaal ben ik al niet zo’n klimmer, maar op deze hoogte is het een ware uitputtingsslag. Zij moest met de bus naar haar volgende bestemming en ik had de grote tour over de zoutvlakte van Uyuni op het programma staan. Dus vroeg naar bed en proberen goed te slapen. Op deze hoogte lukte mij dit voor de tweede nacht op rij niet, maar om half zeven ging alweer de wekker. Ik wilde nog even een frisse douche nemen, maar deze was mij iets te fris.
Na een ontbijtje werd ik opgehaald en ging het busje richting de grens van Bolivia. Onze groep bestond uit negen en we moesten ons verdelen over twee 4wd’s. De vier Britten gingen in een en ik ging met drie Amerikanen en een Indiase Amerikaan in de Toyota Landcruiser met chauffeur Efrain. De grens lag op 4000 m hoogte en we hadden al allemaal last van de hoogte na de snelle klim vanuit San Pedro de Atacama. We reden langs bevroren meren met vulkanen links en rechts van de ‘weg’. Je moet je voorstellen dat je rijdt over de meest slechte weg waar je ooit overheen bent gereden. Dat is een kwaliteitsverbetering voor Boliviaanse maatstaven. Het waren gewoon uitgesleten sporen door de droge woestijn met kleine steentjes en soms ook flinke keien. Een normale auto zou het hier nog geen kwartier uithouden. Na nog even een bad genomen te hebben in een warmwaterbron op 4500 m, reden we langzaam, slingerend en schuddend verder. Mahesh, de Indiase Amerikaan hae zijn mp3 speler vol met deephouse, dus gingen we met een lekkere beat de reis tegemoet. Alleen af en toe die luistercursus Spaans, die tussendoor kwam, fantastisch.
We passeerden een groen meer en daarna een rood meer met flamingo’s. Af en toe zag je een kleine kudde alpaca’s het schaarse groen weg eten. Het begon donker te worden en het werd tijd om onze slaapplaats te betrekken op maar liefst 5000 m. Overdag met de zon op de altiplano was het lekker warm, maar zo gauw deze weg was, koelde het extreem snel af. Door de hoogte en de slechte isolatie zou het koud worden. Na een spaghetti maaltijd begon iedereen flinke hoofdpijn te krijgen. Gelukkig had ik pillen tegen hoogteziekte gekregen van een koppel uit Nieuw-Zeeland die ik ontmoet had in San Pedro. Ik heb gelijk zo’n pil genomen, maar de Amerikanen durfden niet. De Amerikaanse meid leek wel dronken, voelde haar vingers niet en had tranende ogen. Zij had veruit de ergste klachten, maar toch wilde ze geen pil.
Ondanks dat ik sliep in thermo-ondergoed met de gewone kleren er overheen en in een slaapzak onder een dikke deken, had ik had ik het toch nog koud. Met de ijsbloemen nog op de ramen ging de tour verder. Bij een meer zag ik een auto staan met Nederlands kenteken. Bleek dat deze mensen al twee jaar aan het reizen waren. Helemaal door Afrika en toen de auto naar Zuid-Amerika laten verschepen. Respect. Na nog meer meren, bergen hobbelen we naar een hostel gemaakt van zoutblokken. Gelukkig was hier warm water, waardoor de vier eerste mensen een warme douche hadden. Ik was de laatste gelukkige. Na die Engelsen en Amerikanen het kaartspel toeren hebben te geleerd, werd het met genoeg wijn toch nog redelijk laat, wetende dat we om vijf uur weer uit ons nest moesten om de zonsopgang te bekijken op de zoutvlakte van Uyuni.
Aangekomen op de zoutvlakte begon het eerste licht boven de bergen uit te komen, waarna de lucht roze, blauw en paars begon te kleuren. Vervolgens kwam de zon tevoorschijn en leek het of we op een vlakke sneeuwpiste stonden. Behalve de ski’s zagen we er ook bijna net zo uit als skiërs. We reden weer verder over de oneindige witte vlakte en hadden ontbijt bij een ‘eiland’ op de vlakte. Deze moest eerst nog beklommen worden over stijlen paadjes met grote cactussen rondom. Ik ben al niet zo’n klimmer, maar bij deze hoogtes is het een ware uitputtingsslag. Na ontbeten te hebben gingen we weer verder, waarna we nog wat trucage foto’s gemaakt hebben. Het einde van de tour kwam snel in zicht, want na het verlaten van de zoutvlakte waren we al bij het locomotievenkerkhof van Uyuni. Ik moet zeggen, ik zie ze toch liever rijden. We reden verder naar Uyuni, waar deze fantastische tour ten einde kwam. ’s Avonds nog even gezellig met wat mensen van de tour nagepraat onder het genot van een paar biertjes.
Terwijl ik vlieg van Uyuni naar Santa Cruz via La Paz, schrijf ik dit verslag. Het landschap onder mij veranderd zichtbaar. Voor het eerst sinds een week zie ik weer groene landschappen. In Santa Cruz blijf ik maar een dag en reis dan door naar mijn eindbestemming Brazilië. Voor de mensen die denken dat ik alleen maar per trein reis, van Santa Cruz naar de grens is de enige van deze reis.
Reacties
Reacties
Het was weer aangenaam om dit verslag van je te lezen Onno.
Leuk dat we elkaar toch ook soms appen en bellen...fantastisch wat jij allemaal meemaakt.
Groetjes mama
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}