De Pantanal met hindernissen
Santa Cruz is voor mij niet meer dan het handigste punt tussen de zoutvlakte en de Pantanal zonder dure vliegtickets te hoeven kopen. Ik was zo dom om mijn telefoonhouder in Uyuni te laten liggen, dus moest ik allereerst op zoek naar een telefoonwinkeltje. Na een half uur lopen had ik er een gevonden en toen ben ik mijn treinkaartje gaan kopen in het chaotische gecombineerde bus en treinstation. Je wordt continue aangesproken of je een buskaartje naar plaats A, B enz. wil hebben. Met mijn niet bestaande kennis van het Spaans lukte het mij toch nog om een kaartje naar de Braziliaanse grens te kopen. Voor de duidelijkheid, dit was goedkoper dan die nieuwe lader. De rest van de dag heb ik wat gehangen en gepraat in het hostel.
De dag erna begon de ellende. Ik moest nog een tour regelen door de Pantanal en vliegtickets boeken naar Rio. Het internet was nog trager dan vroeger met die irritante inbelverbinding, zodat alleen al het eerste mij drie uur kostte. De vertrektijd van de trein kwam dichterbij, dus ik moest gaan. De laatste info over de Pantanal kreeg ik nog op het stationnvia WhatsApp doordat ik een internetbundel had besteld. Men zegt weleens dat ik een treinengek ben, maar van de snelheid van deze werd ik niet vrolijk. 17 uur over 400 km en dan ook nog met super goede muziek en films. Eerst twee uur lang een of andere Mexicaan, de meest afschuwelijke muziek zingende in een overvol stadion, ergens in de jaren zeventig. Toen Amerikaanse C-films in het Spaans gesproken plus ook nog eens Spaans ondertiteld. Gelukkig kon ik mijn laatste Bolivianos spenderen aan het eten in de restauratiewagen. Het was niet hoogstaand, maar wel lekker. Alleen het eten ging wat lastiger door het slechte spoor. Het was alsof je op een schommel netjes moest eten. Nadat er nog wat geld gestolen was van het personeel gingen we de nacht tegemoet, waarna we ’s morgens in Quijarro aankwamen. Samen met mijn Nieuw-Zeelandse reisgenoten namen we een taxi naar de grens, waar we aan konden sluiten in de rij. De grens was namelijk nog niet open. Na meer dan twee uur had ik mijn stempels in het paspoort en was ik in Brazilië. Na een dodemansrit met de taxi kwam ik bij het busstation in Corumba waar ik als het goed is mijn buskaartje kon afhalen. Het Spaans begin ik een beetje te snappen, maar nu begon het met Portugees weer van voren af aan. Gelukkig kreeg ik mij kaartje en ben toen met de rest geld gaan pinnen.
In de veronderstelling dat de klok een uur vooruit was gezet, zat ik een uur te vroeg op mijn bus te wachten. Bij een kantoortje had ik nog snel een vliegticket naar Rio gekocht, wat later de verkeerde datum bleek te zijn. Door de haast, ergernis, de taal niet kunnen spreken en onzekerheid, had ik even niet goed opgelet. Daarom heb ik nu wel tijd om dit te schrijven vanuit Campo Grande.
Met het afgehaald buskaartje moest ik ergens in de middle of nowhere uitstappen. Tot dat moment wist ik niet of het goed was, maar er stond al een oude Chevrolet pick-up op mij te wachten. Hij bracht me naar een lodge waar ik kennis maakte met mijn gids Tony en eerst even ging kanoën. Hij zou met de motorboot achter mij aankomen. Het ging wel lekker en ik wilde eens kijken hoe hard ik kon gaan. Een net te harde peddelslag zorgde dat ik omsloeg. Wetende dat er kaaimannen en piranha’s in het water zwemmen, kon ik weer in de volgelopen kano kruipen. Tony had door een bocht nog geen zicht op mij, maar hij heeft me vervolgens weer op weg geholpen. Alleen een nat pak, meer heb ik er niet aan overgehouden.
Het begon al te schemeren toen we over een kaarsrechte zandweg tussen het water door naar de boerderij reden. Na een snelle douche was het tijd voor het heerlijke eten hier. Samen met twee Duitsers, een Australiër en een Nederlandse genoten we van het eten. De volgende dag was het vroeg opstaan om te ontbijten en vervolgens drie uur paard te rijden door de wildernis. Ik wist absoluut niet hoe je een paard ‘bestuurt’, maar deze was nogal volgzaam, maar ook ontzettend hongerig. Mijn kont is niet gemaakt om zolang op een paard te zitten, zeker niet na een kort galopje. Het was supermooi, maar ik was blij dat ik er vanaf was. ’s Middags was het tijd om piranha’s te vangen. Meer dan een hengel met aas is niet nodig. Als je voelt dat er gekrabbeld wordt, omhoogtrekken en hopen dat de haak vastschiet. Na nooit een vis in mijn leven gevangen te hebben, staat de teller nu op tien. ’s Avonds stond mijn kleine vriend al op het menu, maar echt veel vlees zit er niet aan. Na nog een avondwandeling, waarbij een hoop capibara’s te zien waren was de laatste nacht alweer aangebroken. Ik was nu de enige gast op die hele boerderij. Eigenlijk jammer, want er was zoveel te zien. Vooral al die vogels van groot tot klein, alle kleuren van de regenboog en de geluiden. Als je van vogels houdt, dan moet je hier naar toe. Helaas heb ik geen jaguars, anaconda’s of vogelspinnen gezien. Op de laatste morgen nog een wandeling door de jungle, waar we niet zoveel beesten zagen.
Helaas was het toen tijd om te gaan en na een uur of zes kwam ik aan op het vliegveld van Campo Grande. Ik kon mijn vlucht niet omboeken voor een redelijke prijs, dus ben ik maar naar een hostel gegaan. Na een dagje in de saaie stad, ben ik nu wel toe aan Rio. Vannacht om 2.55 gaat mijn vlucht, dus ik probeer nog even te slapen, zodat ik fit in Rio aankom.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}